De wolf leidde Katie door het ziekenhuisterrein en het omringende bos in. Katie volgde met bonzend hart. De situatie voelde onwerkelijk en hoewel ze bang was voor wat haar te wachten stond, kon ze het gevoel niet van zich afschudden dat de wolf haar naar iets belangrijks leidde. Ze belde een dierenexpert voor advies, maar de expert kon geen duidelijke verklaring geven. Katie bleef de wolf dieper het bos in volgen, onzeker over wat ze zou vinden. Na een tijdje stopte de wolf en draaide zich naar haar toe. Met een zacht gegrom leek de wolf zijn bedoelingen kenbaar te maken. Katie legde de kleine pup voorzichtig in een zachte doek en naderde de wolf opnieuw. De wolf wiegde de pup zachtjes in zijn bek en begon dieper het bos in te gaan.
Katie keek toe met een mengeling van ontzag en opluchting toen de wolf in de schaduwen van het bos verdween. Ze wendde zich tot Peter, die de hele beproeving aan haar zijde had gestaan, en vroeg: “Wat nu?” Peters stem was stil, zijn uitdrukking bedachtzaam. “We gaan door, Katie. Dit is nog maar het begin.” Katie knikte, haar hart zwaar van het gewicht van het mysterie dat nog voor hen lag. Samen gingen ze dieper het bos in, klaar om de waarheid over het doel van de wolf en de rol die hij had gespeeld in de vreemde gebeurtenissen van de nacht te ontdekken.