De wolf, die tot nu toe een bundel gespannen energie en behoedzame voorzichtigheid was geweest, kwam in beweging. Met weloverwogen stappen liep hij naar de deur, zijn bewegingen doelgericht en duidelijk. Hij pauzeerde en draaide zijn kop om om naar Katie te kijken, om er zeker van te zijn dat ze oplette.
Katie’s ogen verwijdden zich. Het gedrag van de wolf viel in het niet bij de agressieve houding die ze aanvankelijk had aangenomen. Het leek alsof hij haar uitnodigde, haar aanspoorde om te volgen. Er lag een intelligentie in zijn blik, een stille communicatie die zowel verbazingwekkend als mysterieus was.