Deze 11 fouten wil je vermijden als je de was doet

3. Bovenladers verkeerd laden

Heb je een bovenlader, en was je altijd aangeleerd dat je hier éérst water en zeep in moet doen, en daarná je kleding? Vroeger was dit inderdaad de beste volgorde, maar omdat wasmiddel tegenwoordig anders wordt ontwikkeld, is dit niet meer nodig. Tegenwoordig kun je gewoon al je kleren erin doen, en daarna het water en de zeep. Zo wordt het wasmiddel het best verdeeld.

4. Stomerij-kleding wassen

We snappen dat je echt niet altijd zin hebt om naar de stomerij te gaan, en vaak kun je met een rustige handwas net zo goed stomerij-kleding schoon krijgen. Zorg in dit geval wel dat je van tevoren bijvoorbeeld met een vochtig wattenstaafje op een verborgen plek in het kledingstuk checkt of deze bijvoorbeeld kleur aflaat. Zo nee: haal je kleding een paar keer door een sopje, bijvoorbeeld in een handige wasemmer. Rol deze daarna op in een handdoek om het meeste vocht eruit te krijgen. Hierna hang je je kledingstuk op om aan de lucht te drogen. Voilà, schone kleren, zonder stomerij.

5. Ritsen los

Gooi jij je broeken of vesten altijd gewoon met een losse rits in de wasmachine? Het is beter om dit niet te doen. De tandjes van (vooral metalen) ritsen kunnen zich namelijk vasthaken in andere kleding in de machine en die zo beschadigen.

6. Knoopjes vast

Voor kledingstukken met knopen geldt juist het tegenovergestelde: deze kun je het best losmaken voor je ze in de wasmachine stopt. In de machine kan er namelijk flink wat spanning op de knopen en knoopsgaten komen te staan. Hierdoor loop je de kans dat de knopen eraf vallen.

Ga naar de volgende pagina voor de overige fouten die je niet mag maken.